
Lesdag 15
16 mei 2011. Het tweewekelijkse ritme met een gang naar Maarn is weer ingezet. Toch is het einde van de contactdagen in zicht. Na vandaag is er nog slechts één reguliere lesdag en volgen er nog twee dagen waarbij de A- en B-groep bij elkaar zijn gevoegd. Terwijl ik naar Maarn reed dacht ik nog even terug aan mijn proefresultaat van de vorige keer. Wat zou het vandaag weer worden. Voordat Klazien aan de bel trok eerst nog even aan de koffie gezeten en wijnwetenswaardigheden uitgewisseld met mijn proefgenoten.
Er stonden zoals gebruikelijk weer twaalf gevulde glazen op tafel. Dit keer vier witte wijnen, een rosé, vijf rode wijnen en twee dessert- of aperitiefwijnen. Na een geen tijd te verliezen intro van Frank kon het maken van de proefnotities beginnen om daarna weer de juiste keuzes zien te maken.
Het liep niet helemaal lekker en ook bij het nabespreken van alle wijnen bleek ik onvoldoende juiste antwoorden te hebben om er bij een examen met een voldoende mee weg te komen. Ik heb me de lunch er niet minder om laten smaken.
Na de lunch gingen we het hebben over wijngebieden uit Noord-Amerika en Oceanië. Deze les werd gegeven door André Sauerbier, eigenaar van Het Wijninstituut en schrijver voor het blad Perswijn.
Na een korte introductie en geschiedenis van de gebieden gingen we snel over tot het proeven en inzoomen op gebieden die er toe doen. Trouwens, slechts 5% van de Nederlandse import bestaat uit wijnen vanuit deze gebieden.
We begonnen met een glas rode wijn uit Canada. Niet echt een wijnland waar je gelijk aan denkt omdat Canada een behoorlijk koel klimaat heeft. Qua breedtegraad ligt Canada echter op hetzelfde niveau als Champagne, de Duitse Rheingau en het Chianti Classico gebied in Toscane. Omstandigheden om mooie wijnen te kunnen maken. Het wijnareaal is echter klein en veelal bedoeld voor de binnenlandse markt. Wel heeft Canada furore gemaakt door de productie van ijswijnen.
Hierna schoven we door naar Nieuw-Zeeland en Australië. Het totale wijngaardareaal van Nieuw-Zeeland is ongeveer net zo groot als de Elzas in Frankrijk. Ook Nieuw-Zeeland heeft een koel klimaat met veel oceanische invloeden want de eilanden zijn omgeven door de zee. De wijnen worden dan ook gemaakt van de druivenrassen die het in die omstandigheden goed doen zoals de Sauvignon Blanc en de Pinot Noir. Interessante gebieden zijn Marlborough, Martinborough, Central Ortago en Hawkes Bay.
In Australië is het een stuk warmer en de wijnbouw is dan ook geconcentreerd in de koelere gebieden met in de nadruk Zuidoost Australië en Tasmanië. In het Zuidwesten begint de wijnbouw een beetje van de grond te komen. Alle klassieke druivenrassen zijn in de wijnbouw opgenomen waarbij Chardonnay en Shiraz misschien wel de boventoon voeren maar alle andere rassen ook verdienstelijk aanwezig zijn. De absolute top onder de wijnhuizen is het merk Penfold’s Grange.
Het Noord-Amerikaanse Californië is ook een zeer interessant gebied. Californië produceert jaarlijks zo’n 3 miljard flessen en dat is 90% van de totale Noord-Amerikaanse productie. Zoals in Frankrijk de AOC’s er zijn zijn er in Amerika de AVA’s. American Viticultural Areas om ook daar meer specificiteit en herkenbaarheid in de wijn te krijgen. Zo is er Napa Valley met vooral Cabernet Sauvignon en Syrah. In Sonoma dat dichter bij de kust ligt werken ze meer met Chardonnay en Pinot Noir. Verder worden er veel wijnen gemaakt van de Zinfandel, een druif met verwantschap aan de Italiaanse Primitivo of andersom. Het is maar net wie er over schrijft. Andere interessante gebieden zijn Alexander Valley en Santa Barbara.
Uit ons Assortiment